De opkomst van de meritocratie

Thi­js Klein­paste heeft een mooie boekbe­sprek­ing van Michael Young’s De opkomst van de mer­i­to­cratie in de Ned­er­landse Boekengids. Een paar pas­sages die ik vooral sterk vond hieronder.

De grote ver­di­en­ste van Young is dat hij inzichtelijk maakt hoe onschuldige principes als ‘beloning naar ver­di­en­ste’ volkomen kun­nen ontsporen als ze wor­den ingezet bin­nen een verder onveran­derd soci­aal en economisch stelsel. Con­creet: som­mi­gen een uitverko­ren posi­tie geven in een maatschap­pelijke hiërar­chie en anderen opdra­gen om hun plek te kennen. 

Het klassen­be­lang van de mer­i­to­cratie is abstracter. Het belan­grijk­ste is om allereerst een klasse of kaste te bli­jven om zo de voorde­len daar­van te kun­nen bli­jven oog­sten. In iedere mod­erne staat wordt macht uit­geoe­fend – of mer­i­to­cratis­ch­er gezegd: moet er bestu­urd wor­den – en als er dan toch een kaste moet zijn die deze taak vervult, laat dat die van de hoogst gediplomeer­den zijn. De mer­i­to­cratie repro­duceert zichzelf door deze gedachte mee te geven aan elke nieuwe licht­ing die tot haar uitverko­ren rangen toe­treedt: dat zij de juiste, met recht geroepen groep is om de wereld te orde­nen. Niet de arbei­der­sklasse, niet de ongelei­de democ­ra­tie, niet het gekri­oel van belan­gen­groep­jes – maar zij. Alle mater­iële voorde­len van de mer­i­to­cratie vloeien voort uit het in stand houden van die uitverko­ren status.

Te vaak lijkt de gedachte te zijn dat verte­gen­wo­ordig­ing en het bedi­enen van belan­gen onprob­lema­tisch in elka­ars ver­lengde liggen. Om die zelfge­noegza­amheid te door­breken is ken­nelijk iets stel­ligers nodig, zoals de gedachte dat waar man­agers en bestu­ur­ders zijn, er ges­taakt moet kun­nen wor­den: dat waar macht wordt uit­geoe­fend en waar aan­wi­jzin­gen wor­den gegeven, zij die de aan­wi­jzin­gen moeten opvol­gen kun­nen stem­men met hun voeten. Dat con­flict omar­md wordt en niet wordt gezien als iets wat gevaar­lijk is voor de maatschap­pelijke lieve vrede, de ‘economie’, of zelfs de democ­ra­tie. Con­flict is ongetwi­jfeld gevaar­lijk voor de hege­monie van de man­ag­er en diens klasse van droomkoninkjes, en daarmee voor de soev­ere­initeit van de mer­i­to­cratis­che orde, maar dat gevaar is zow­el heilza­am als noodza­ke­lijk. Een van de lessen van het boek van Young is immers ook dat je moet kiezen: zelf een rev­o­lu­tie mak­en, of wacht­en tot die uitbreekt.

Zelf lezen: https://www.nederlandseboekengids.com/20221116-thijs-kleinpaste/